Erg veel oorlogsgeweld was er niet op Heemskerkerduin maar voor jonge mannen was het toch oppassen. Uitgaan was ook vrijwel onmogelijk. Er was niets en je moest van je ouders op tijd thuis zijn. Ook de Duitsers lieten niet veel toe. Veel eten was er niet en er werd dan ook driftig clandestien geslacht. Dit gebeurde vaak een klein eindje in de duinen. Lekker uit zicht.
Berucht op dit gebied waren de gebroeders de Wildt. Zij hadden allebei de voornaam Jacob en kregen de bijnaam Lange Kak en Kleine Kak, ofwel De Lange en De Kleine. Meestal waren het varkens die geslacht werden. Het gegil van de beesten hield wel risico van ontdekking in. Ook in de tuinen vlak achter de ouderlijke woning werd wel geslacht en de geslachte delen hingen dan tussen de hagen verborgen tot verder transport. De verleiding was erg groot om in de avondduisternis daar wat te gaan halen.
Na de oorlog werd Piet vrachtwagenchauffeur bij de firma van Oosten. Hij reed op een oude Mack, een Amerikaanse legertruck. Hij reed het hele land door om bij de veilingen groenten en fruit op te halen voor de conservenfabriek van Docter in Beverwijk. In de herfst moest er kool worden gehaald uit St.Pancras en De Langendijk. Deze kool was voor de zuurkoolfabriek. De kolen moesten handmatig op de wagen worden geladen en ook weer handmatig gelost. Werkdagen van 16 tot 18 uur. De zuurkool ging naar de zuurkoolputten in de Wijkermeer. In de winter was het ook geen pretje in die oude truck. Verwarming in de cabine moest nog worden uitgevonden. Piet besloot na zijn huwelijk dan ook om te gaan werken bij de Hoogovens om zo wat meer tijd te hebben.
Verhaal verteld op: 28-05-2005