Ik zat naar de eendjes te kijken toen een mevrouw mij opmerkte en vroeg hoe ik heette. ‘Ik ben Irma, van het postkantoor’, zei ik, want ik wist nog wel dat het postkantoor dicht bij ons huis was. Ze bracht mij erheen en daar wist men wel waar ik thuishoorde. Ik werd netjes thuis gebracht.
Tegenwoordig zou bij een vermiste peuter de politie worden ingeschakeld, maar in die tijd was het centrum nog zo klein dat iedereen elkaar kende. Alles was dichtbij, zowel de kleuterschool, De Kwikstaartjes als de lagere school, de Kerkbeekschool. Die was vlak bij ons huis. De Kerkbeekschool was een Jenaplanschool, waar kinderen uit drie klassen bij elkaar in een groep zaten en elkaar hielpen met het uitwerken van de taken. Ik heb het altijd heel leuk gehad op die school en herinner mij vooral meester Gelijns, dat was zo’n leuke man.
Ik had een vast vriendinnetje Marion. We gingen tussen de middag bij elkaar eten en logeerden ook wel bij elkaar. Het laatste half jaar op school is jammer genoeg verpest doordat ik naar een andere klas moest met een meester die volgens mij overspannen was. Hij trok bepaalde kinderen voor en liet kinderen voor niks huilen in de klas. Sommige kinderen mocht hij helemaal niet. Pas later kon ik me weer de leuke dingen van school herinneren, zoals toneel en drama waar we veel aan deden.
Verhaal verteld op: 28-09-2005