De Hollandse Graven bezaten de curtis (of hof) “Hofland” dat in 1248 werd gekocht door Simon van Haarlem en zijn zwager Wouter van Egmond . Deze curtis bestond uit een groot stuk grond aan weerszijden van de grens tussen Heemskerk en Wijk aan Duin. De naam Merestein duikt pas ca 80 jaar later op als Jan van Egmond zich als eerste ‘van Merestein’ noemt en waarschijnlijk de bouwer is van het slot dat benoorden van de genoemde grens werd opgericht.
Vele generaties Van Egmond van Merestein hebben er gewoond tot in de Spaanse tijd het goed verbeurd verklaard werd en verwoest. Bovendien stief kort daarna (1599) de familie Van Egmond van Merestein toen uit.
Tussen 1600 en 1640 vindt (gedeeltelijk) herstel plaats wat blijkt uit het toenemend aantal schoorstenen waarvoor schoorsteengeld betaald moest worden. De gravure uit ca 1640 van R. Rogman (die algemeen als betrouwbaar wordt beschouwd), toont een flinke vierkante woontoren met aanbouw en een vaste brug over de gracht. Het geheel werd echter na verkoop in 1690 aan Jacob Boreel weer afgebroken.
Een passend maar eenvoudig huis werd gebouwd en dit zou het huis moeten zijn dat als de lustplaats Meresteyn door H. de Leth in 1728 als gravure werd vastgelegd. Dit huis werd echter binnen 50 jaar alweer afgebroken omdat de grond ook hier als jachtterrein gebruikt moest worden. Sindsdien leeft de naam Meerestein nog voort als een boerderij aan de Hoogdorperweg en als naam van de woonwijk in de omgeving.